fbpx
Nederlands
Text

Les 10

Lesson 12 Module 5


Je eigen stijl, deel 2

                                                                         
Hier zie je een uitleg over mijn stijl met het bloesem schilderij als voorbeeld.

Ik houd ervan om wat ruwere oppervlakten en randen te maken door met paletmessen de gladheid van de verf een beetje te verstoren (A). Daarnaast gebruik ik veel contrast en wissel duidelijke randen af met juist vagere randen (B). Zo heb je lekker veel variatie om naar te kijken en blijft een schilderij ook langer interessant aan de muur. Je kunt er steeds nieuwe structuren in ontdekken. En je ervaart de diepte doordat er meerdere lagen over elkaar zichtbaar zijn (C).


Ook de krabbels in verschillende diktes en materialen zorgen voor variatie. (Dikke Sennelier Oil pastel sticks en Caran d’Ache Neocolour II wateroplosbaar krijt). Het vettige van het materiaal zorgt voor een mooie rafelige uitdrukking.

Het toeval krijgt door het gebruik van paletmessen een grotere rol dan wanneer je penselen gebruikt. En dat maakt voor mij het schilderproces boeiender.


Het gebruik van rafelige randen en ruwe oppervlakten is een stijlkenmerk van mij geworden, dat je tegen zult komen in bijna al mijn schilderijen.


De kleuren die ik gebruik zijn vaak heel uitbundig. Ik merk wel dat er de laatste jaren bij mijn kleurpaletten ook iets meer vergrijsde kleuren zijn gekomen.  Daaraan kun je zien dat ik beïnvloed word door wat er gebeurt in de mode en interieurinrichting. Daar werd de laatste jaren veel vergrijsd groen en blauw gebruikt. Omdat ik ook werkte als interieurontwerper moest ik die invloeden natuurlijk goed in de gaten houden en dat sijpelde dus door in de kleurpaletten voor mijn schilderijen.


Opdracht 1

Maak een compact stukje tekst dat je op je website kunt zetten over jouw eigen stijl.
Je kunt beginnen met een paar regels introductie over wie jij bent (jouw kernwaarden) en dat verbinden met jouw stijl. Maar je kunt je introductie ook in een aparte biografie zetten (schrijf dan in de 3e persoon).

Het kan ook een stukje worden dat bij een expositie gezet kan worden. Waarbij je kunt kiezen of je iets algemeens over je stijl vertelt en daarna een stukje over je werk voor de expositie.

Gebruik maximaal 500 woorden.  



Opdracht 2
Vorige week heb je een aantal schilderijen gekozen die het meest bij jouw stijl passen. Begin met beschrijvingen van 6 schilderijen. Bedenk titels bij alle 6 de schilderijen.

Als je een thema of een visie (of kernwaarde) voor een serie schilderijen hebt, is het veel makkelijker om titels te bedenken.

Titels mogen wel een beetje poëtisch zijn, dus niet alleen beschrijven wat je ziet zoals: De boom bij het water.

Denk dan bijvoorbeeld ook eens over:
Waar alles begon   

of
De schaduw van mijn jeugd
etc


Mijn schilderij 'How fragile she was' gaat voor mij over de tijd dat mijn dochter gestopt was met haar studie en leed aan depressies. Ze sliep toen heel veel op de bank en toen heb ik de foto gemaakt die als referentie voor dit schilderij diende. Als je het schilderij in het echt ziet doet het aan een porseleinen beeld denken dat natuurlijk ook breekbaar/fragiel is. Zo zie je dat de titel meerdere interpretaties kan hebben.


Door een poëtische titel te kiezen kun je ervoor zorgen dat kijkers er makkelijker hun eigen verhaal bij kunnen verzinnen. Een stukje uit een songtekst werkt ook vaak goed, omdat ze een denkrichting of sfeer geven, maar niet heel vastomlijnd zijn. Het is handig om de titel niet langer dan 5 a 6 woorden te maken, anders heb je vaak niet genoeg ruimte om het op een website of op een prijskaartje te zetten.


Passen de beschrijvingen binnen je thema of bij 1 van je kernwaarden? Daar kun je veel houvast aan hebben.


Plaats een foto's van je teksten in je album op FB en geef duidelijk aan of je daarop feedback wil (en waarover precies).


Pen
>